26 > 28.03 BRUSSELS ELECTRONIC MUSIC FESTIVAL
Vorig jaar nodigde het Brussels Electronic Music Festival (BEMF) het wereldje van de electro uit in het Paleis. En met succes. Avant-gardemusici, populaire dj’s, bedenkers van contemplatieve geluidslandschappen en andere Noise makers brachten ons drie nachten lang een gevarieerd muzikaal aanbod binnen een genre dat, omwille van zijn populairste en meest uitbundige varianten, vaak wordt gekarikaturiseerd. Deze ‘test’ heeft ons heel wat geleerd, zowel op artistiek vlak als wat bezoekersaantallen betreft. Vandaar dat Darko, de Brusselse dj die aan de basis lag van deze nachten vol ontdekkingen en plezier, liever spreekt van de ‘eerste’ editie van het festival.
INTERVIEW
Darko, welke balans maakte je op na de vorige editie van het BEMF?
Achteraf bekeken was het meer een nuleditie en een test dan de echte première van het festival. Er waren wat moeilijkheden en kinderziektes, maar ondanks alles was het toch een succes. 4000 bezoekers was bijvoorbeeld een stuk meer dan we verwacht hadden. Voortaan werken we volgens een driejarenplan. Het is de bedoeling om Brussel een festival voor elektronische muziek te bieden dat respect geniet op de internationale scène en gelijke tred houdt met gelijkaardige festivals in Canada, Spanje en Duitsland. Het is onze wens om tot de top te behoren, maar niettemin anders te zijn dan de anderen. Een van mijn stokpaardjes is het aanbieden van een andere luisterervaring, waarbij mensen al zittend van elektronische muziek kunnen genieten, in zalen met een uitmuntende akoestiek. Het festival richt zich dan ook niet enkel tot het clubpubliek, maar mikt op het combineren van dansbare muziek – van melodieus tot gewaagd – met klanken die eerder ontleend zijn aan de avant-garde, de hedendaagse kunst en de ‘concrete’ muziek.
Is dat een manier om het publiek eraan te herinneren dat de elektronische muziek zich niet beperkt tot het produceren van ‘disco op computer’? Dat ze zelfs ontsproten is aan experimenten van mensen als Stockhausen, John Cage en Pierre Henry?
Elektronische muziek wordt vaak scheef bekeken, een beetje zoals dat vroeger met jazz het geval was. Het is natuurlijk geen ‘duivelse’ muziek of muziek door en voor verslaafden. De manier waarop mensen tegen elektronische muziek aankijken, verbetert weliswaar, maar langzaamaan. Dat is niet zo vreemd, want het is een nogal brutale muziek waar je pas grip op krijgt als je de juiste opening vindt. De clichés rond het genre zijn hardnekkig, maar laat ons de fout niet maken om nog eens 20 of 40 jaar te wachten om er achter te komen dat de muziek wel degelijk belang heeft. Vandaag is het organiseren van een festival dat volledig gewijd is aan elektronische muziek echter nog steeds een riskante onderneming, zeker als het grotendeels focust op de meest avontuurlijke varianten van het genre. Ik vind het dan ook niet meer dan logisch dat het festival plaatsvindt in het Paleis voor Schone Kunsten. Het festival beantwoordt aan het creatieve beleid en de openheid waarmee het Paleis tal van bewegingen en scenes een duw in de rug heeft gegeven.
Dit jaar staan er heel wat Belgische artiesten op het programma...
Erik Satie zei: “Ik ben jong op de wereld gekomen in een erg oude tijd”. Dat is een beetje de indruk die Brussel en België me op dit moment geven. Zowel wat pure en harde techno betreft als op vlak van meer experimentele muziek hebben we een enorme visvijver aan talent, maar het lijkt alsof die muzikanten geen enkele noemenswaardige plek hebben om zich te tonen en te ontplooien. Behalve dan in het buitenland, maar dat is enkel voorbehouden aan zij die erin slagen buiten de landsgrenzen naam te maken.
Het circuit van het nachtleven levert goed werk op commercieel vlak, maar muzikaal is het slechts zelden interessant. Het is niet zozeer mijn job om daar een alternatief voor te vinden. En nog eens: het is net een van de sterktes van het creatieve beleid van het Paleis voor Schone Kunsten dat ze dergelijke minder evidente muziek ondersteunen. Ik wanhoop dan ook niet en denk dat het publiek binnen enkele jaren heel anders tegen elektronische muziek zal aankijken, met een grotere nieuwsgierigheid en openheid dan vandaag het geval is.
Het circuit van het nachtleven levert goed werk op commercieel vlak, maar muzikaal is het slechts zelden interessant. Het is niet zozeer mijn job om daar een alternatief voor te vinden. En nog eens: het is net een van de sterktes van het creatieve beleid van het Paleis voor Schone Kunsten dat ze dergelijke minder evidente muziek ondersteunen. Ik wanhoop dan ook niet en denk dat het publiek binnen enkele jaren heel anders tegen elektronische muziek zal aankijken, met een grotere nieuwsgierigheid en openheid dan vandaag het geval is.
Je keert het ‘feestelijke’ aspect van elektronische muziek dus de rug toe?
Ik vind het normaal dat clubs en fuifzalen behouden blijven, want het is en blijft een belangrijk aspect van de elektronische muziek. Maar het is niet het allerbelangrijkste. Wat telt is het creatieve, het avontuur. Cultuur in de ware zin van het woord.
Opgetekend door Serge Coosemans
No comments:
Post a Comment